media Friesch dagblad
2013-05-11 22:30

Een grote sprong voorwaarts

Twee bonden en zelfs twee namen; fierljeppen c.q. polsstokverspringen heeft nog veel te winnen aan eenheid en herkenbaarheid.

In december van 2012 was daar, na maanden van geruchten, de bekendmaking: fierljep zal vanaf dit seizoen niet alleen wedstrijden van het Frysk Ljeppersboun (FLB) en Polsstokbond Holland (PBH) kennen, maar ook een nationale competitie waarin topspringers van beide bonden de strijd met elkaar aangaan. Het is een door vele springers en bestuurders lang gekoesterde wens. En een doorbraak.

De sport heeft namelijk al decennia lang een paar merkwaardige trekjes. Doordat er twee bonden zijn, zijn er ook twee verschillende wedstrijdkalenders, twee verschillende websites, twee verschillende outfits, twee verschillende soorten accommodaties en – om de verwarring compleet te maken – twee verschillende namen. Fierljeppen, zoals Fryslân het noemt. Polsstokverspringen, zoals ‘Holland’ (lees: Utrecht en Zuid-Holland) het noemt.

Of zoals een oud-medewerker van NOS Studio Sport ooit zei toen het om aandacht op tv ging: ,,Het is de enige sport in Nederland met twee namen. Dat kun je per definitie niet serieus nemen. Het is het toonbeeld van onherkenbaarheid.”

Die mening wordt ook in de sport zelf steeds meer gedeeld. Het is tijd voor verandering, zo meent een jongere en andere generatie ljeppers en bestuurders. Niet conservatief denken, maar vooruitstrevend zijn. De nationale competitie is er een voorbeeld van. En meer nog dan een competitie die voor extra spanning zorgt, zal de noviteit vanaf dit seizoen gaan bijdragen aan eenheid tussen beide bonden.

Meer samenwerking Althans, dat hoopt bijvoorbeeld Jaco de Groot, topspringer van de Polsstokbond Holland. ,,Het zou mooi zijn als dit de aanzet vormt tot meer samenwerking tussen PBH en FLB”, zegt hij. ,,De laatste jaren gaat dat al goed, de bonden groeien naar elkaar toe. De samen te organiseren nationale competitie is daar een gevolg van. Misschien komt er nog wel veel meer samenwerking; van mij mag het.” Dat is namelijk alleen maar beter voor de sport, vindt De Groot. Fierljepper Bart Helmholt van het FLB is het met zijn Hollandse rivaal eens. ,,Dit is niet één stap vooruit, maar wel drie stappen”, meent de regerend Fries kampioen uit Burgum. ,,Op allerlei gebieden: samenwerking, spanning, promotie, aandacht; noem maar op.”

De Groot en Helmholt worden alom gezien als de beste fi erljeppers van Nederland in de afgelopen seizoenen. De een heerst al jaren binnen de PBH, de ander zet steevast de toon binnen het Friese ljeppen. Ze juichen het toe dat ze elkaar en andere topspringers vaker zullen treffen in een rechtstreeks duel.

De Groot: ,,Hoe vaker ik tegen Bart en andere Friese toppers in actie kan komen, hoe beter en leuker. Normaliter had je dat alleen tijdens het NFM (wedstrijd met open inschrijving, red.), de Tweekamp (wedstrijd met beste ljeppers namens Fryslân en Holland tegen elkaar, red.) en de Nederlandse titelstrijd.”

Helmholt vult aan: ,,Dat ik nu weet dat ik iemand als Jaco vaker zal treffen als tegenstander, zorgt voor extra motivatie. Dat heb ik de afgelopen maanden alleen al in trainingen kunnen merken. Je hebt door de komst van deze competitie en de vier wedstrijden daarin toch iets anders, iets nieuws om naar uit te kijken als fierljepper.”

Veel verschillen tussen beide bonden zullen overigens door deze stap niet als sneeuw voor de zon verdwijnen. Het besef is zowel binnen PBH als FLB echter aanwezig dat de sport uniformer moet worden om niet alleen Fryslân, Utrecht of Zuid-Holland, maar ook de rest van het land te veroveren. De invoering van een nationale competitie – naast de bestaande eigen bondscompetities -moet daarbij helpen. Het is een proef, na een jaar volgt evaluatie.

De wedstrijden vallen onder auspiciën van de Nederlandse Fierljepbond (NFB), een overkoepelende bond die boven FLB en PBH staat. Hoewel niet de hoofdreden van het besluit, worden nut en noodzaak van het bestaan van de NFB door de nationale competitie ook vergroot.

Politiek correct Tijdens de wedstrijden zullen per schans (en dus categorie) twaalf ljeppers deelnemen aan een wedstrijd in de nieuwe competitie. Het zijn de beste vier van elke bond, aangevuld met vier ljeppers uit een gecombineerd klassement. Dat betekent dat er een gulden middenweg is gevonden in het moeilijke vraagstuk hoe je deelnemers moet selecteren.

Helmholt zegt blij te zijn dat er niet voor een ‘politiek correcte oplossing’ is gekozen. ,,Het zou jammer zijn geweest als er was gekozen voor een opzet met de beste vijf of beste zes van elke bond. In het voetbal zeg je ook niet: vijf clubs uit het Zuiden in de eredivisie, dan ook vijf uit het Noorden.”

Gelukkig voor Helmholt kwam het zover niet. Dat beide bonden in ieder geval vier plaatsen hebben, is volgens De Groot een goede zaak. ,,Door het gecombineerde klassement voor de overige vier plekken kan het zo zijn dat er maximaal een 8-4 verhouding ontstaat voor Hollanders of Friezen”, zegt hij. ,,Lijkt mij prima. Een goede opzet, zo.”

Helmholt denkt dat er toekomst zit in de nationale competitie. ,,Of dit de norm wordt? Wie weet, zou kunnen. En waarom ook niet? De beste springers die door het hele land hun wedstrijden ljeppen, dat is toch prima? Wie dat niet wil, vanwege reizen, tijd of iets dergelijks, kan gewoon in de wedstrijden van de eigen bond actief blijven.”

De Burgumer trekt een parallel met de voetballerij. ,,Des te hoger je speelt als club, des te verder moet je vaak reizen. Maar dat maakt niet uit, want als je in de top actief wilt zijn heb je dat ervoor over. En wie lager speelt, zal actiever zijn in de eigen regio, zoals dat in het amateurvoetbal bijvoorbeeld het geval is.”

Voordat het überhaupt zover is, zullen naar verwachting de nodige jaren zijn verstreken. ,,Of ik dat dan nog meemaak, betwijfel ik”, knikt de dertigjarige Helmholt.

Zo is het ook onzeker of de invoering van deze landelijke competitie ertoe leidt dat overal in Nederland de fi erljepverenigingen en –accommodaties als paddenstoelen uit de grond gaan schieten. Zowel Helmholt als De Groot zet daar hun vraagtekens bij. ,,Maar”, roepen ze in koor, ,,dit is in ieder geval een goed begin.”