media Friesch dagblad
2014-05-17 12:25

Hans Ulco de Boer

Fierljepper die alles mag en niks moet

De handdruk is ferm, de glimlach breed en het lichaam afgetraind. In de deuropening van het ouderlijk huis, een prachtige woonboerderij aan de rand van Jutrijp, staat fierljepper Hans Ulco de Boer. Gaat hij dit jaar de verhoudingen in fierljepland op z’n kop zetten? Eenmaal aanbeland in de huiskamer, dwalen de gedachten af naar hoe het zou kunnen gaan dit jaar.

De accommodatie van Buitenpost vormt vanavond het openingsdecor van een seizoen waarin De Boer voor het eerst zal acteren in de topklasse, het podium van de crème de la crème van de fierljepsport. Hij is de nieuweling. De benjamin. Talent van het verleden, uitdager in het heden. Dit is 2014. Dit is het jaar waarin Bart Helmholt menigmaal badend in het zweet zal wakker worden. Waarin clubgenoot en oud-trainer Thewis Hobma zich zal afvragen hoe het toch kan dat zijn leerling de meester overtreft.

„Koffie dan maar?”

De vraag van De Boer brengt ons terug in de realiteit. GeconVan succesvol junior naar debutant in de topklasse. Het betekent voor fierljepper Hans Ulco de Boer dat het een seizoen wordt waarin niks moet en alles mag. Dat komt goed uit, want zo is er ook tijd voor andere bezigheden. Er is namelijk meer om voor te leven dan alleen de topsport. Door Gerard Bos. fronteerd met het ietwat gechargeerde toekomstperspectief dat we hem voorleggen, moet de Jutrijper lachen. Om vervolgens wijselijk het hoofd te schudden. „Leuk en aardig allemaal, maar zo zal het niet gaan. Ik weet dat ik onderaan de ladder begin in de topklasse. Ik ben nieuw, ik ben jong. De komende jaren ga ik die topljeppers echt niet zomaar even verslaan.”

Dat hij niet misstaat in de topklasse, de Champions League van het fierljeppen, is echter zonneklaar. Het cv van zijn jongens-en juniorentijd spreekt voor zich. In 163 wedstrijden tot nu toe greep hij 51 keer de dagzege. Zijn persoonlijke record is 19,61 meter, goed voor de twaalfde positie op de Friese ranglijst aller tijden (van de niet-senioren staat alleen de huidige junior Age Hulder uit Burgum nog hoger). De Boer pakte daarnaast de afgelopen twee jaar de Friese titel voor junioren in Winsum.

Afgelopen seizoen, zijn laatste als junior, won De Boer nog zes dagtitels en werd hij achter Hulder tweede in het klassement. Uitgerekend in Buitenpost, waar de seizoensouverture is, verbeterde hij als junior vorig jaar nog het schansrecord (19.29 meter).

Heeft de sport het nodig, zo’n juniorentalent dat de gevestigde orde wakker schudt? Nee, niet per se. Het Friese topfierljeppen is niet in slaap gesust. Wacht niet op de redding van welke uitdager dan ook. Maar toch, ’vers bloed’ in de topklasse is altijd goed. Een talentvolle, goede jongeling die weet wat winnen is; het houdt de huidige toppers scherp.

De Boer is er een voorbeeld van, Hulder wat betreft de toekomst ook. Maar De Boer stelt dat het niet zo gemakkelijk is om zomaar aan te haken bij de seniorentop. „Je kunt wel ambitie hebben en veel willen, maar je moet realistisch zijn”, klinkt het. „Ik ben debutant en verwacht niet dat ik overal zomaar even zal meedoen voor de winst.”

Hij bombardeert zichzelf dus allesbehalve tot de grote uitdager van mannen als Helmholt of Hobma. Hier zit een verstandige, nuchtere jongeling. Een die zich niet de druk oplegt dat hij als nieuweling de verhoudingen op de kop moet zetten zoals dat bijvoorbeeld Helmholt begin deze eeuw lukte. Die ging toen als junior naar de topklasse bij de senioren en kwam, zag en overwon meteen. De Boer kent echter zijn plaats, in de goede zin van het woord. Het is een andere plaats dan andere jaren, dat zeker. „Maar”, klinkt het, „wel een hele fijne plaats. Alles mag namelijk, niks moet. Dat idee.”

Wie denkt dat dit ongemotiveerd klinkt, heeft het mis. Uitdaging, plezier; het is er heus nog allemaal, benadrukt hij. Maar de stap van junioren naar senioren komt voor hem op een goed moment. De Jutrijper had het misschien wel nodig, vertelt hij. „Als junior won ik veel, was ik altijd een van de favorieten. In grote wedstrijden wilde je niet alleen winnen, maar ook nog met een verre sprong. Verwachtingen, die waren er automatisch. Dit jaar heb ik die niet. Of in ieder geval veel minder.”

Eindelijk, geen druk meer dus. Hoewel? De Boer trekt een bedenkelijk gezicht. „Mwoah, het was niet een zozeer een kwestie van druk. Al is het mooie van dit jaar wel dat ik in de topklasse gewoon lekker kan gaan springen, genieten van de sport.”

Heus, vertelt hij, dat deed-ie de afgelopen jaren ook. Toch was het vaak favoriet-zijn plus het strijden om prijzen iets dat ook van invloed was op hoe hij een wedstrijd in ging. „Dit seizoen zou ik in de topklasse zomaar eens tijdens het FK fierljeppen bijvoorbeeld bij al mijn sprongen de polsstok superscherp neer kunnen zetten. Wordt het dan drie keer niks dan is dat geen enkel probleem. Maar als junior kon dat niet. Dan ging je voor de titel. En moest je dus ook soms eerst een behoudende sprong maken om überhaupt een afstand neer te zetten.”

Het is een voorbeeld van de nieuwe insteek die hij kan kiezen voor de sport en voor wedstrijden. Wie weet is het juist een enorm voordeel dat hij als debutant niets te verliezen heeft. Een verrassing, een stunt; het zou er zomaar in kunnen zitten.

Wat echter ook meespeelt in het ’alles mag, niks moet’-scenario dat hij voor zichzelf heeft uitgedacht, is dat er méér is dan alleen de sport om voor te leven. Wintersportfanaat als De Boer is (zie kader), ging hij de afgelopen maanden enkele keren naar de sneeuw. En na het afronden van de studie werktuigbouwkunde is-ie inmiddels druk doende met de volgende opleiding: „Technische bedrijfskunde, aan de NHL in Leeuwarden.”

Dat is nog niet alles. De Boer heeft ook de eerste stappen gezet om naast de studie een eigen bedrijfje in afvalrecycling te beginnen. Het is nogal wat. De hbo-studie in Leeuwarden, het ondernemerschap en thuis bij pa en ma in Jutrijp in de woonboerderij zijn ding doen; genoeg om handen dus.

Dan komt de sport er nog bij. Want het is niet alleen maar wedstrijden springen. Er moet ook nog getraind worden. „Maar er is niet de drive om dat nu ineens vaker te doen”, verduidelijkt De Boer. „Ik heb daar ook helemaal geen slecht gevoel bij, het is juist fijn om al die andere dingen naast de sport ook te kunnen doen.”

Met een lach: „Er zitten alleen wel te weinig uren in een dag.”

En hoe zit het dan met z'n vriendin? Welnu, dat scheelt: die is namelijk ook actief in het fierljeppen (Klaske Nauta). „We geven samen training bij IJlst (de club waar de Jutrijper zijn eerste schreden zette als jong baasje en waar hij nu nog steeds voor springt, red.). We zien elkaar dus dáár ook nog geregeld”, knipoogt De Boer.

De hele week in dienst stellen van zélf trainen, trainen en nog eens trainen enkel omdat hij dit seizoen in de topklasse springt? Niets daarvan dus. Er is meer om voor te leven dan de sport. Ook daarin geldt: niks moet, alles mag. Het is misschien wel de beste instelling die je kunt hebben als je debutant bent op het hoogste podium. De Boer won al veel, maar heeft dit jaar vooral niets te verliezen.