media Friesch dagblad
2012-08-14 11:04

Ook zonder topvorm kan Helmholt winnen

Hij was op papier de favoriet.

Maar doordat het de laatste drie wedstrijden niet wilde vlotten met hem, dacht de concurrentie zaterdag een goede kans op de Friese fierljeptitel te hebben. Toch was het wéér Bart Helmholt die in Winsum won.

Gerard Bos Winsum ,,Wij zijn weer een illusie armer”, schudde Geheimfavorit Ysbrand Galama het hoofd. De fierljepper uit It Heidenskip bracht daarmee zaterdagmiddag na afloop van het FK in Winsum perfect onder woorden van veel andere concurrenten dachten. En Helmholt zelf? ,,Dit is een heel mooie titel. Juist omdat ik er zelf ook allerminst van overtuigd was dat ik zou gaan winnen”, erkende de man die met ‘slechts’ 20.17 meter zijn vijfde Friese titel in zeven seizoenen pakte.

Er waren de afgelopen jaren Friese kampioenschappen waarbij het in de topklasse niet de vraag was óf Bart Helmholt zou winnen, maar met welke afstand hij dat zou doen. Van 2008 tot 2010 won de Burgumer driemaal op rij het prestigieuze FK in Winsum.

Vorig jaar kwam er een kentering toen Thewis Hobma de titel voor zijn neus weg kaapte. Die herinnering, gevoed door de resultaten van de laatste weken, voedde de gedachte dat ook de Friese titel van 2012 best wel eens naar iemand anders zou kunnen gaan dan Helmholt. Het liep anders; in de tweede ronde van de finale sloeg de Burgumer toe: 20.17. Daardoor stond Helmholt in de namiddag met de krans van winnaar om de nek en met de Sulveren Pols voor verste afstand in zijn hand.

,,En”, zo wist uittredend kampioen Thewis Hobma, ,uiteindelijk gaat het alleen maar daarom. Dit was een spannende wedstrijd voor het publiek, maar bepaald geen spectaculaire wedstrijd qua afstanden. Maar ja, het gaat om die zege. De winst, de Friese titel. We kunnen praten over de afgelopen weken, we kunnen zeggen dat er geen enorme afstanden werden gesprongen, et cetera. Maar het is net als bij de Olympische Spelen: goud is goud, En de Sulveren Pols is de Sulveren Pols. Maakt niet uit hoe je die wint.”

Uitgerekend Hobma had korte tijd het beste uitzicht op het kleinood dat bij het winnen van de Friese titel hoort. De fierljepper uit Leeuwarden sloop vrij geruisloos de finale binnen, in de slipstream van Oane Galama. Die ging als beste naar de eindstrijd door 19.44 te springen. Hobma volgde met 19.42. Daarachter kwam ook Ysbrand Galama tot een negentienmeternotering: 19.29. Helmholt daarentegen kwam niet verder dan 18.89 en het vijftal werd gecompleteerd door Rein van der Wal (Parrega, 18.40 meter).

Het vooraf zo gehoopte spektakel in de finale bleef vervolgens echter uit. Een twintigmeternotering bleek duur, om van 21 meter maar helemaal niet te spreken. Helmholt zelf nam in de eindstrijd het voortouw door 19.62 te springen. Ysbrand Galama verbeterde die afstand met twee centimeter, waarna Hobma de twintigmeterbarrière slechtte: 20.09.

,,Met nog een sprong te gaan, weet je dat je leidt. Dat de rest het dus eerst nog maar moet laten zien”, keek Hobma terug op het moment dat hij aanspraak maakte op het verdedigen van zijn vorig jaar gewonnen Friese titel. ,,Aan de andere kant wist ik ook wel dat iedereen voorbij die afstand kan springen. Ik had niet dat ultieme ‘dit-is-hem-gevoel’.”

Weer was het Helmholt die de leiding nam. In zijn tweede en laatste finalesprong kwam hij tot 20.17 en dat bleek genoeg. ,,Maar”, gaf de Burgumer toe, ,,ook ik had op dat moment niet het idee dat de titel zeker was. Met 20.17 en Hobma en de beide Galama’s nog op komst, weet je dat alles nog mogelijk is.”

Gespannen kon hij vervolgens zien hoe zijn drie uitdagers er niet meer aan te pas kwamen. Met dochter Silke op de arm, leidde het tot een oerkreet waaruit blijdschap en opluchting bleken. ,,Het ging de laatste weken niet goed. En bij de anderen juist wel”, wist Helmholt.

Oane Galama klopte hem bijvoorbeeld in nota bene Burgum, afgelopen woensdag bij de ‘generale’ voor het FK. En Ysbrand Galama had daarvoor al indruk gemaakt met twee zeges en puike afstanden. En Hobma was de titelverdediger die vorig jaar Helmholt een zware klap toebracht door in de slotfase diens titelaspiraties aan flarden te springen.

,,Gerust was ik er zeker niet op. De eerste drie sprongen waren niet goed. Normaal ben ik de baas over de stok, nu was het andersom. Ik was slordig, te gretig, Van een gevoel van overmacht was al helemaal geen sprake, juist omdat de anderen goed sprongen. In de finale heb ik geprobeerd om een ‘nieuwe’ wedstrijd te gaan springen. Dat heeft geholpen.”

En dus trok Ysbrand Galama namens de concurrenten de enige juiste conclusie. ,,Wij waren vandaag goed. Maar goed is niet goed genoeg. En zo simpel is het.”